woensdag 5 mei 2010

wilde lotus deel 2

Deel 2:
Vanuit Kunming vertrokken we met de taxi van het hotel naar het busstation. Toen pas beseften we dat wij in een werldstad waren beland:hoogbouw, wolkenkrabbers, een uitgebreid snelwegennet. Een stad met 6 miljoen inwoners....
De taxirit leek op een gegeven moment een scene uit een James Bondfilm; stoffige drukke straten,door elkaar rijdend en claxonnerend verkeer, een lijk juist ingepakt in een body-bag op straat. Het busstation is niet aan te raden aan hen die last hebben van vermijdingsangst of een mensenfobie: een kakafonie aan luid door elkaar heen pratende mensen, mensen met allerlei bepakkingen. Op goed geluk een kaartje naar Dali gekocht waar we, dankzij een behulpzame man naar de juiste bus werden gebracht.

De rit naar Dali nam 4,5 uur in beslag en liet ons het achterland van China zien; de bekende rijstvelden, oude dorpen, ploegende waterbuffels en hardwerkende mensen op het land gekleed in de meest kleurige kleding.
In het begin van de busrit rook het behoorlijk naar smog van de stad. Eenmaal in de bergen bleef deze geur aanhouden en kwamen we erachter dat de oma die achter ons zat verantwoordelijk was voor deze ernstige vorm van luchtverontreiniging; haar ontbijt had waarschijnlijk bestaan uit rauwe knoflook.
Eenmaal in Dali namen we de eerste de beste taxi die ons afzette in Dali Old town, waar we een appartementachtig hotelletje vonden met aan de voorkant uitzicht op het meer en de achterkant op de majestueuze bergen.

En dan nu over de kinderen van China. Wat zijn ze mooi! Beeldschoon, echt, er is geen ander woord voor te bedenken. Het een-kindbeleid leidt ertoe dat elk kind gekoesterd, geknuffeld en verwend wordt. Ze zijn werkelijk prachtig gekleed, niks lijkt te gek. Tel daarbij op hun fijne gezichtjes en popperige lijfjes, dan begrijpen jullie toch wel hoe wij hier lopen te smelten van de sentimenten. En ze zijn ook gewoon heel erg lief. Niet vervelend, verwend of onopgevoed, maar gewoon: lief.
Wat zo grappig is, is dat ze vaak van die broekjes zonder kruis dragen. Parmantig steken hun billetjes eruit. Als ze een plasje moeten doen, tilt pa of moe ze hopla, zo op en pssst, ze piesen zo op straat. Doodnormaal hier, blijkbaar. En dan lopen wij hier zo van: 'ooooh, wat lief!'
We vroegen ons wel af wat de gevolgen zijn voor de sociale omgang, al die een-kind-gezinnen. Geen oudste kind en jongste kind-perikelen in een gezin, geen zusternijd of broedertwisten. Kinderen zoeken elkaar op op straat, dat is duidelijk merkbaar. Er wordt wat afgespeeld buiten. En wat zal school belangrijk voor ze zijn.

Over school gesproken. Wat we opmerkelijk vinden is dat schoolkinderen zo graag Engels met ons willen praten, maar het haast niet durven. Alleen als ze in een groep zijn, durft er iemand soms ' helloooo' te roepen, vaak gevolgd door ' ni hao!' Helloooo, ni hao!? En dan heel veel gegiechel erachteraan. Als wij; ' hello, how are you?' antwoorden, giechelen ze alleen maar harder. Van Joe Chai uit Shanghai, een chinees die we ontmoetten, leerden we dat Chinezen wel Engels op school leren maar dat ze het voornamelijk leren lezen en schrijven. Ze leren het niet goed spreken. Dat is jammer, want ze willen heel graag met ons praten, ze zijn zo nieuwsgierig.
Wij ondertussen doen ons uiterste best wat Chinees te leren. We vinden het erg moeilijk. Voor je het weet spreek je een woord verkeerd uit, begrijpen ze er werkelijk niks van. We hopen het de komende weken wel wat beter onder de knie te krijgen, want helemaal niks kunnen zeggen in het land van verblijf, dat is niks voor ons.
Dus wat zeggen we dan? Zaijian! Tot ziens!

Ps Onze zoon Kenshi Jop mailde dat hij deze week nog naar ons toekomt. Hij verblijft nog voor een paar dagen in Laos en komt dan ook naar Dali.

2 opmerkingen:

  1. x heerlijk om te lezen. spannend ook. zoveel nieuwigs.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het zijn wel afstanden die jullie af moeten leggen! Het lijkt me heel bijzonder om al die cultuurverschillen te mogen proeven.
    Nog deze week gaat het gebeuren. Zo mooi, om na drie jaar je kind weer in de armen te mogen houden.

    BeantwoordenVerwijderen