zaterdag 8 mei 2010

De wandeling

Het wachten is op Kenshi Jop, zou hij komen vandaag of niet? We weten het niet en durven daarom niet goed en route te gaan. We besluiten tot een wandeling in Dali. 'Laten we de bergen in gaan', zegt Koen. Zo gezegd, zo gedaan. We steken de weg over, de weg naar Tibet overigens en belanden in een wijkje. Daar zien we een van de vier Pagodes liggen. Mooi punt om naar toe te lopen, vinden we en lopen door straatjes, steegjes en over landweggetjes. We vinden de weg naar de Pagode niet en raken lichtjes gefrusteerd, beginnen wat te kibbelen zelfs. 'Kom', zegt Koen en betreedt een terrein waarover een paadje loopt. We lopen over wat een erf lijkt van een aantal huisjes. Net als we ook hier bot lijken te vangen, roept een van de bewoners ons. Springerig wenkt hij, allerlei dingen roepend die wij natuurlijk niet verstaan. Wij wijzen naar de Pagode, maken loopbewegingen maar daar heeft deze man geen boodschap aan. Hij is geinteresseerd in ons en wil dat we meekomen.
Okay, besluiten we, lopen achter hem aan en belanden in wat van buiten een schuur lijkt maar van binnen een tempel is. Bij het betreden buigen we en vouwen onze handen. De man kijkt trots. Er staan wel zo'n acht grote Buddha-beelden. Op het altaar talloze bloemen, etenswaren en andere offer-achtige dingen in schaaltjes, tot en met een dode slang aan toe. In een hoekje ontwaren we drie omaatjes, slurpend aan hun noedels. Ze slurpen rustig door terwijl wij op een bankje plaats nemen. De man haalt bakjes noedels voor ons en maant ons tot eten. Lachend kijkt hij toe hoe wij stuntelen met onze stokjes. Als Ruut een slok water wil nemen uit zijn fles, bekijkt de man dit afkeurend, pakt de fles, ruikt eraan en gebaart van: 'echt waardeloos, dit'. Hij haalt een andere waterfles en drie rijstkommen, vult ze en laat ons ervan drinken. Ja, ja: pure Spiritus, dit! Beleefd nippen we ervan. Eigen stook, da's duidelijk. Dan mogen we buiten zitten, er is inmiddels een tafel met bankjes voor ons neergezet. Er wordt nog meer eten gehaald: verschillende soorten kroepoek, een zak met zaadjes om te knabbelen.
Ondertussen komen een paar vrouwen met grote hanen onder de arm aan. Eentje hangt slap van de stress, de ander kukelt vrolijk door. Ze knielen met de beestjes tussen hun benen geklemd voor het altaar en beginnen een gebed van een half uur. Wij eten rustig door en praten in gebarentaal met onze gastheer. Hij blijkt geestelijk mindervermogend – dat maken we op uit zijn manier van doen - en is waarschijnlijk de grootste afnemer van zijn eigen stookwaar, maar communiceert als de beste. We begrijpen precies wat hij van ons wil weten. Onder andere hoe oud we zijn. Ruut maakt hij duidelijk dat hij mij wel aantrekkelijk vindt. Als ik daarop wil toosten met hem, kruipt hij giechelend tegen Ruut aan. We zijn vertederd. Ook door de gastvrijheid van de andere familieleden die overigens doodrustig doorgaan met hun religieuze ceremonie. Blijkbaar hebben ze iets te vieren vandaag... we weten het niet.
Achter ons worden de hanen afgevoerd naar een plekje achter een boompje. Onze gastheer springt op en doet zijn werk. Snijdt ze de strot door. De vrouwen beginnen direct met plukken. Daarna schuift hij weer bij ons aan tafel en kwebbelt door. Zijn handen, toch al niet zo schoon, zijn nu nog een graadje vuiler. Hij haalt weer kommetjes, gevuld met een soort fijn griesmeel en honing. Een vrouw schenkt er kokend water op en et voila: ons toetje is klaar! Om ons heen nog steeds die ceremonie. Een paar vrouwen begint een prachtig haast meditatief gebed in het tempeltje zichzelf begeleidend met belletjes. Wij lepelen ons toetje op en krijgen een tweede portie. ' Xiexie' zeggen we telkens weer, 'dankjewel'.
De man schept een beetje op over zijn werkje van zojuist: het slachten van de hanen. Wij maken bewonderende geluiden, kukelen wat en maken keel-doorsnijdgebaren. 'Ja, ja', schudt hij en kijkt trots. Zijn moeder, een prachtige oud dametje, schuift aan en communiceert met ons. Zij is mamma, wijzen de mannen en kijk, daarbij naar mij wijzend: zij is ook mamma. Wij vrouwen kijken elkaar aan, glimlachend. Moeders onder elkaar.
Dan vinden we het toch wel weer tijd om te gaan. Hevig teleurgesteld pakt de gastheer mijn arm, wil dat wij blijven, kip mee-eten. 'Nee', gebaren we, slaan hem zachtjes op zijn schouder, 'we gaan echt weer'. We lopen iedereen langs en buigen, vouwen onze handen, zeggen xiexie, maken nog wat foto's en verlaten het terrein. Onze gastheer begeleidt ons nog een stukje naar de weg, zwaait en keert terug naar zijn familie.
Dit was een prachtige wandeling, besluiten we als we weer terug in ons hotel zijn. Echt prachtig!

4 opmerkingen:

  1. silvia van woesik8 mei 2010 om 15:57

    Jeetje wat een prachtige verhalen en o ik voel zo mee en o ben ook bijna zenuwachtig, ik kan het me zo voorstellen, ben je ver van huis met de hele fam om een ander stukje fam te willen zien en dan WIL je hem ook zien...... maar wat heerlijk dat jullie genieten van een ander stukje wereld, machtig, blijf genieten en geneiten, heerlijk af en toe lees en geniet ik met volle teugen mee, liefs silvia van woesik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Ilse, zo'n mooi verhaal weer heb je geschreven, zeker vlak nadat we elkaar op hyves spraken. Wonderlijk he, jij in China op je laptopje en ik op mn BlackBerry op een regenachtige camping in Nederland. Overigens had ik vandaag ook contacten in Australie en Canada. Het is hier wat je noemt international-day :-). Ik hoop dat je nog veel mooie verhalen gaat schrijven van al jullie belevenissen! Heel veel plezier!!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lieve Ilse,

    ...Geweldig...

    Ik hoop dat jullie Kenshi Jop snel zullen ontmoeten. Dat geeft de bijzondere ontmoetingen van nu extra glans.
    Fantastisch om te zien dat jullie zo verwonderd zijn, bij alles stil willen blijven staan en je tegelijkertijd je zo thuis lijkt te voelen in dat prachtige land.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Oké, de pagode hebben jullie dan misschien niet bereikt, jullie hebben echter wel een bijzondere ervaring beleefd. Wat een gastvrije familie, zeg.
    Is Kenshi Jop die dag nog gekomen?

    BeantwoordenVerwijderen