dinsdag 18 mei 2010

Shuang Lang


Vandaag gaan we voor een tijdje weg uit Dali. Jop gaat terug naar de tempel. Wij gaan naar het dorp Shuang Lang wat betekent: Dubbele Golf. Het ligt aan de overkant van Dali aan het Erhai meer. Dat meer is naar onze schatting zo'n 100 kilometer lang en op sommige plaatsen 5 kilometer breed.
Koen wil met ons mee, om zoals hij zegt, meer van China te zien. Vorige week was hij met zijn broer mee naar Wo Wei Si, de tempel.

Discipline en gehoorzaamheid zijn belangrijke elementen bij de Tai Chi-, Chi Qong- en Kung Fu-trainingen. Bij het ochtendkrieken bijvoorbeeld moet je je bed uit, een kilometer bergafwaarts rennen, daar een steen uit de rivier pakken, een flinke, geen keitje, die boven je hoofd houden en zo bergopwaarts terug rennen. Zo begint je dag bij Wo Wei Si. Wie Koen een beetje kent, snapt dat hij daar enorm aan moet wennen....
De rest van de dag bestaat uit trainen, 's ochtends en 's middags. Voor beginners als Koen is het tamelijk ontspannen. Die lange vent van mij kreeg overigens Tai Chi – en Chi Qong-les van een kleine orphin, een weesjongetje van 6 jaar. Tussen de instructies door speelde hij met zijn lego.
's Avonds ben je vrij te doen wat je wilt. Jop gaat dan mediteren en wat wandelen, Koen gaat gezellig kletsen, onder andere met een Isralier die we toevallig ontmoetten in de stad. Een boom van een vent, echt een stud, maar dat terzijde. Lachend bespraken ze de grappen die ze uit hadden gehaald, zoals stiekem de Master (de Shifu) een beetje voor de gek houden. ' Hebben jullie dat echt gedaan?' vroegen wij vol ongeloof. ' Ach ja' , zei Jop hoofdschuddend en lachte maar eens om die kleine broer van hem.

We vertrekken. Rond 12 uur haalt de hoteldriver ons op. Eerst brengen we Jop naar de tempel. Hij is in zichzelf gekeerd, heeft echt behoefte aan contemplatie en training. Bij het afscheid huggen we hem stevig. Snel daalt hij af naar het hoofdgebouw als wij alweer wegstuiven. Ik kijk hem na en denk aan de dag drie jaar geleden, dat we afscheid namen op Schiphol. Over twee weken doen we dat weer, maar dan hier, in China. Tranen prikken achter mijn ogen. 'Wat is loslaten toch moeilijk', bedenk ik me.
De hele verdere rit ben ik stilletjes. Af en toe veeg ik stiekem een traantje weg. Ondanks mijn schrijnende moederhart zie ik toch hoe mooi het is onderweg. Eerst rijden we nog op een verharde weg maar allengs wordt de omgeving landelijker en wilder. De weg is ongeplaveid, bestaat uit platgereden roodbruin leem. Alles is hier van roodbruin leem, heel mooi, het geeft een prachtig licht.
We tuffen door stoffige dorpjes, langs rijstvelden vol kleurig geklede werkers en roodbruine buffels en af en toe een stukje langs het meer. Steeds vaker zeggen we dingen tegen elkaar als: 'Onwaarschijnlijk, wat is het hier mooi!' We wijzen elkaar op al hetgeen ons opvalt. Ook de driver vindt het prachtig, rijdt soms een stukje heel langzaam om zelf ook te genieten.

Als we er zijn, loopt de driver een stukje met ons mee. Hij belt een vriend en duwt me zijn mobiel in mijn handen. 'Hello, hello', hoor ik, 'do you want to hire a bike?' 'Huh', denk ik, 'wat een rare vraag, hoor ik dat nu goed? No, I'm looking for a hotel', antwoord ik. We raken snel uitgepraat, want hij herhaalt zijn standaardvraag keer op keer. Ik geef het mobieltje maar terug. De driver vertrekt weer.

Bij een eettentje beeld ik uit dat we een hotel zoeken. 'Aaaah', word er geroepen en de restauranteigenaar brengt ons naar een fonkelnieuw gebouw dat een hotel blijkt. Blij als kinderen bedanken we hem. Een meisje brengt ons naar onze rooms, toont ons trots de ruimtes. Alles ruikt hier nog naar nieuw. We installeren ons snel en gaan het dorpje bekijken. Eerst wat eten op dat ene terras, daarna wandelen we nieuwsgierig verder. Het is hier welvarend, valt ons op. Een wijkje pal aan het meer ziet er zelfs uit als een soort van Chinees Enkhuizen, heel pittoresk.

We wandelen over een klein plein aan het meer, waar een aantal dorpsbewoners de avond doorbrengt. We hebben weer veel bekijks, gaan er ook maar bij zitten, kijken en worden bekeken. Daarna vinden we een pad over de rotsen dat ons bij een indrukwekkend huis aan het meer brengt. Helemaal Feng Shui, dit pand. Bewonderend lopen we er langs. 'Beautiful', roept Ruut naar een jongevrouw die er klaarblijkelijk woont. En we worden binnen genood. Ze vertelt dat ze er woont en werkt en dat er alleen maar kunstenaars wonen. We mogen thee blijven drinken. Omdat haar woonruimte erg klein is, brengt ze ons naar de yogakamer. Een grote, hoge uit glasplaten opgetrokken ruimte aan het meer. Het is hier geweldig mooi ingericht, alles klopt. We nemen plaats voor de haard op grote kussens. De gastvrouw zet meditatieve muziek op, schenkt thee en we babbelen. Af en toe verlaat ze ons, want ze heeft klanten in haar werkruimte. In die tijd praten wij zachtjes met elkaar, geimponeerd als we zijn en mediteren op de zachte kussens.
Na een uur vinden we het tijd te vertrekken. De gastvrouw blijkt vertrokken, maar haar zus neemt haar rol over. Vertelt dat het gebouw door haar man – de architect Tau Chang - is ontworpen. Zij woont er met hem, haar zusje en broer en haar zoon. Een familiegebeuren dus, hier. Bijzonder overigens, realiseren we ons later, zo'n gezin met twee zussen en een broer.
Ze troont ons mee naar boven, naar een glazen dakterras en we kijken naar de sterrenhemel. Deze avond is helder, we zien zelfs sterrennevels.
De broer is zo aardig ons terug te brengen naar het dorp, gelukkig maar, want er is hier geen straatverlichting. Hij leent een mobieltje, dat geeft licht. Helemaal onder de indruk komen we weer ' thuis' in ons hotel en gaan nog wat aan de straat zitten. Kijken naar het levendige avondgebeuren hier in Shuang Lang.

Drie dagen lang blijven we in ShuangLang. Het dorp is volgens ons Chinees authentiek. Ossen en varkens worden door de boeren over de hoofdstraat naar hun landje gebracht. We worden gewekt rond vijf uur door de eerste haan die kraait en de nieuwe dag aankondigt. Niet lang daarna zetten de handelaars hun waar op straat en het leven begint.
's Avonds zijn we onder de indruk van de sterrenhemel zoals je die, helaas alleen in het buitenland, tegenkomt. De maan wordt vergezeld door Mercurius, gokken wij (helaas hebben wij er geen verstand van). Maar welke planeet of ster het ook is, het is net de Turkse Vlag daar in de hemel.
Na twee dagen besluiten we weer terug te gaan naar Dali, mede omdat we alle drie wat maag-darmproblemen hebben. We pakken de bus naar Dali en voelen alsof we 'thuis' komen in ons MCA-hotel.

2 opmerkingen:

  1. Wat een onvergetelijke ervaringen en reis wordt dit voor jullie! En heerlijk om te volgen! thanks (k)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo... 'ns even bijgelezen hier.
    Het gaat wel vaak over eten, hè ? ; )
    Wat ik 'n beetje mis, zijn de (natuurlijk prachtige) foto's van Ruut...
    Of kunnen we die elders op het web al vinden ?

    Zai jian !

    BeantwoordenVerwijderen